|
Geplaatst: ma dec 05, 2011 18:32

Zodra Jessa aan zijn krullen gaat zitten, staart Benicio haar aan met dezelfde blik in zijn ogen die hij had gehad toen ze haar eigen haar had losgedaan. Ze grijnst bij haar opmerking over mensen met krullen die moeten samenwerken.
'Dat,' begint hij met bijna nuchtere daadkracht, 'ben ik heeeeeeelemaal met je eens,' vervolgt hij met een dromerige blik in zijn ogen.
Hij voelt zich even eenzaam en verlaten wanneer ze haar handen uit zijn haar haalt, maar wanneer ze hem vervolgens stevig knuffelt slaat hij zijn armen om haar heen. Wanneer Jessa dan herhaalt dat ze hem lief vind, draait hij zijn hoofd zo dat hij haar kan aankijken.
'Jij bent mooi,' zegt hij zachtjes, en zonder verder na te denken waarom hij dit doet, afgezien van het feit dat hij Jessa prachtig vindt, drukt hij zijn lippen op die van haar.
Benicio negeert de andere personen die zich ook in de woonkamer bevinden en drukt zich helemaal tegen Jessa aan, waarna hij een poging onderneemt haar op te tillen - zijn instinct zegt dat ze een plek moeten zoeken die niet zo openbaar is. De vreemde stof in zijn lichaam zorgt er echter voor dat hij de kracht in zijn armen praktisch kwijt is, dus hij trekt Jessa zachtjes van de bank af terwijl hij gaat staan. Dit alles probeert hij zonder zijn lippen van die van haar te verwijderen, waardoor het allemaal nogal stuntelig en onhandig gaat. Uiteindelijk slaagt hij er echter in Jessa met zich mee te trekken naar de stal, waar hij struikelt en tussen een aantal balen hooi terechtkomt. Hij probeert de val voor Jessa te breken door haar op hem te trekken.
'Sorry,' grinnikt hij, waarna hij weer in een spierverslappende lachbui vervalt. Na een tijdje, met de grijns nog op zijn lippen, zoent hij Jessa weer. Lui begint hij aan haar kleren te trekken, maar in deze staat is hij niet echt succesvol in het verwijderen ervan.
[...]
Ben heeft op een gegeven moment zijn pogingen tot het verwijderen van kleding opgegeven en ligt nu met Jessa nog half over zich heen naar het plafond van de stal te staren, in uiterste gelukzaligheid. Zijn rechterhand streelt zacht door Jessa's haar heen en hij probeert zich te verzetten tegen de slaap die zich langzaam van hem meester maakt.
'Je haar is mooi,' mompelt hij met dubbele tong.

Isra heeft haar ogen gesloten, hopend dat de oude man denkt dat wat hij ook door het eten en drinken heeft gegooid er bij haar voor zorgt dat ze langzaam in slaap sukkelt. In werkelijkheid is ze alerter dan ooit en houdt haar oren gespitst.
[...]
Bij Caleighs opmerking opent ze haar ogen, geïrriteerd merkend dat ze bijna echt in slaap was gevallen. Ze kijkt de kamer rond en vernauwt haar ogen.
'Waar zijn Jessa en Benicio gebleven?' mompelt ze in Erics richting.
Dan ziet ze dat Luc zich bij hen gevoegd heeft. Ze hoort zijn laatste opmerking en kijkt hem aan.
'Ik,' gromt ze.
_________________ .
|
|