|
Geplaatst: zo nov 20, 2011 19:06

Hoewel de donkere lucht er dreigend uit had gezien, had de storm zelf hem overvallen. Door de harde wind, de vele regen en het slechte zicht was hij een tijd geleden al van Aeolus afgestapt en begeleide hij het paard met de teugels stevig in zijn hand het pad verder door. Zijn ogen vernauwen zich iets, en hij zet een hand boven zijn ogen om beter te zien. Vanuit een reflex trekt hij zijn wand. Wat de lichtbron ook was, het kon niet veel goeds betekenen. Als hij de oude man ziet, is er geen moment waarop hij twijfelt zijn wand te laten zakken. Als Eric iets had geleerd was het, dat je je niet om de tuin moest laten leiden door iets onbenulligs als uiterlijk vertoon. En hoewel het op niets gebaseerd was, had Eric het gevoel dat de man niets was van wat hij leek te zijn.
Eric probeert de woorden van de oude man op te vangen die hij naar Furie schreeuwt. De flarden die hij opvangt, wilt hij liever negeren. Stallen, in de Dolheuvels, zelfs van een oude man, daar wenste hij niets te zoeken. Zelfs niet met een storm als deze. Maar Furie volgt de man, en Eric vloekt binnensmonds. Hij kijkt om naar Jessa en beseft dan dat ze inderdaad misschien maar beter een plek op kunnen zoeken om te schuilen. Hij trekt aan de teugels en zorgt dat hij vlak in de buurt van Furie blijft, mocht de man zijn ware aard besluiten te tonen..
Vlak na Furie stapt Eric de stal binnen, met zijn wand nog steeds in zijn hand. Hij probeert met zijn vrije hand zijn haren wat droog te schudden, maar draait zich om naar de man als deze over soep, thee en wijn begint. Geen haar op zijn hoofd die er aan dacht om ook maar iets hier te nuttigen. Nu hij de man in het licht zag, verdween zo mogelijk het laatste restje van vertrouwen. Die paste hier prima in de Dolheuvels. Maar nog voor Eric zijn mond open kan doen reageert Furies nieuwe vriendin en besluit Eric dat het verstandiger is om zijn wantrouwen voor zich te houden.

Mel haatte regen. En storm. En wind. En vooral het doorweekt zijn en door en door koud hebben wat daaruit voor komt. Ze volgde Benicio op de voet en probeerde zo goed als mogelijk het pad met haar wand te verlichten. Ze had liever nog gewoon achterop dat paard gezeten, maar door die vervelende storm was dat niet mogelijk.
Na een tijdje heeft Mel in de gaten dat ze van het pad afwijken en iemand volgen en als ze in de verte licht van een huis ziet pakt ze enthousiast de mouw van Benicio vast.
"Jullie zijn geweldig!" Schreeuwt ze naar hem, in de volste overtuiging dat het iemand bekends is en dat ze deze plek al hadden geregeld. Meteen deren haar ijskoude voeten en zo goed als bevroren vingertoppen niet meer; ze waren zo binnen en daar zou het warm zijn!
Ze stapt de stal binnen en hoort de man nog iets over bezoek en eenzaamheid zeggen. Nou ja, misschien was het dan niet een vooropgezette overnachting. Ze glimlacht even en haalt haar schouders op naar Benicio. Geweldig, of gewoon geluk hebben, het verschil was haar nu even om het even.
"Soep, wat heerlijk!" Flapt ze er vrijwel meteen na de oude man uit.
_________________ Cos I am taking back what’s mine I am taking back the time You may call it suicide But I’m being born again
|
|